Hoe cultureel divers is de Rotterdamse culturele sector?











In opdracht van de gemeente Rotterdam en de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (RRKC) onderzocht de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) het culturele diversiteitsgehalte van culturele organisaties in de stad.

Met een verkennende survey, contentanalyses van jaarverslagen en focusgroepen combineerde het onderzoek kwantitatieve en kwalitatieve methodes. Alle 86 instellingen in het Cultuurplan 2017-2020 werden uitgenodigd om mee te doen aan het onderzoek. 65 organisaties daarvan hebben de survey ingevuld.

De belangrijkste bevindingen uit de enquête zijn:
  • 56% van de respondenten geeft aan de CCD toe te passen
  • 41% heeft expliciet beleid om meer culturele diversiteit te bevorderen, 47% past de CCD meer impliciet toe
  • 38% geeft aan dat culturele diversiteit in de programmering onderdeel is van de core business van de organisatie
  • 48 % van de respondenten vindt dat een meer cultureel divers programma leidt tot meer publiek.
De grootte van de organisatie heeft nauwelijks invloed op de mate waarin de CCD wordt toegepast. Met name grote instellingen (met een budget groter dan 1,2 miljoen per jaar) zijn vaker van mening dat culturele diversiteit op gespannen voet staat met artistieke kwaliteit. Daarnaast geven grotere instellingen vaker aan dat het hen aan kennis ontbreekt om een meer cultureel divers publiek te bereiken. Bij organisaties die aangeven de CCD toe te passen is dit ook zichtbaar in de keuzes die ze maken op het gebied van publiek, programma en personeel.

Instellingen geven aan dat een aanpassing in het aanbod leidt tot een meer cultureel divers publiek. Wel wordt benoemd dat dit vaak gaat om eenmalige projecten of programmering in de wijken. Het personeel in de culturele sector is de afgelopen jaren meer cultureel divers is geworden. De toename is vooral zichtbaar onder stagiaires en vrijwilligers en niet onder betaald personeel.

 

Om een duidelijk beeld te krijgen van de mate waarin culturele diversiteit een aandachtspunt is bij de organisaties zijn meerdere bronnen geraadpleegd. In totaal zijn er 80 jaarverslagen geanalyseerd.

De belangrijkste bevindingen uit de jaarverslagen zijn:
  • In 78% van de jaarverslagen wordt culturele diversiteit niet expliciet genoemd.
  • Van de 22% organisaties die culturele diversiteit wel expliciet noemen, beschrijft meer dan de helft aandacht te besteden aan culturele diversiteit op meerdere vlakken; personeel, publiek, programma.
Wat opvalt, is dat met name in de disciplines theater en cultuureducatie organisaties schrijven over culturele diversiteit in de jaarverslagen. Veel culturele instellingen beschrijven de ambitie om een ‘breed publiek’ te bereiken zonder verder toe te lichten wat ze daaronder verstaan. Van de aandachtsgebieden publiek, programma en personeel, wordt het ‘personeel’ het minst beschreven als het gaat om culturele diversiteit.

Klik hier voor het volledig onderzoeksrapport.

2018 © Chloë Neeleman